Berekenen van sporen en afstanden tussen twee niet zo willekeurige punten
Welkom terug.
Nu u weet dat deze vragen helemaal niet willekeurig zijn, maar speciaal zijn gemaakt voor de ATPL-examen-database, is het tijd om u het systeem te laten zien.
Om je analyse te beginnen, vraag je jezelf af:
Vraag 1:
Liggen A en B op dezelfde meridiaan?
Voorbeeld:
A: 40N 120E
B: 10N 120E
-> Ja. Ze liggen op dezelfde meridiaan omdat ze dezelfde lengtegraad hebben (120E).
Oplossing:
- Grote cirkel afstand = Verandering van breedtegraad x 60 NM (Dis = chLAT x 60)
- Het traject van A naar B is ofwel 360 ofwel 180 via de meridiaan.
Herinner je je deze nog van de inleiding?
A en B liggen op de meridiaan van 180 E/W.
Ze liggen 9 graden uit elkaar (58S - 49S) = 9 x 60 = 540 zeemijlen. -> D.
Je antwoordde C?
De vraag was hoeveel kilometer...
En trouwens, de baan is 180.