Als zaak 1 niet waar is, probeer dit dan:
Vraag 2:
Liggen A en B op elkaars anti-meridiaan?
Anti-meridianen zijn twee meridianen die precies 180 graden uit elkaar liggen en die een grote cirkel rond de aardbol verbinden.
Voorbeeld:
A: 40N 120E
B: 10N 060W
-> Ja. Ze liggen op elkaars anti-=meridiaan omdat de lengtegraden tegengesteld zijn (E en W) en opgeteld 180 zijn (120 + 60 = 180).
Oplossing:
Je kunt nu via de noordpool of de zuidpool recht omhoog of omlaag reizen, afhankelijk van wat korter is.

Van 40N tot de noordpool is 50 graden.
Van 10N tot de noordpool is 80 graden.
Totaal is 130 graden.
- Grote Cirkel afstand = Totale graden x 60 NM = 130 x 60 = 7800 NM
- Het spoor is noord tot voorbij de noordpool, dan is het zuid.